vrijdag 2 oktober 2009

na 4 weken: in de stront


Zo, die keek me afgelopen zondag niet zo vriendelijk aan. Maar je zult ook maar bij 36 graden in de zon moeten staan. Want deze stier kwam ik tegen tijdens het beregeningsexperiment van afgelopen zondag waar ik ruim 8 u boven de stront heb gehangen. Over het experiment straks meer.
Afgelopen week was rustig; overdag gewerkt, gesprekken gevoerd met een aantal mensen en geskyped met familie. Ik begin al een ritme op te pakken hier en moet oppassen dat het niet te veel op werken gaat lijken. Ik zit overdag met 6 personen op één werkkamer, lekker compact en daardoor best wel rustig. Ook gevarieerd, want op die kamer zitten: 1 Japanse, 1 Z-Koreaanse, 1 Chinees, 3 Amerikanen, en 1 Nederlander. Meest mensen die al gepromoveerd zijn en hier met een tijdelijke aanstelling wat bijverdienen op hun vakgebied. Veelal toch met de wens om weer naar hun thuisland terug te gaan. Afgelopen week met de Z-Koreaanse crèpes wezen eten bij een Frans restaurantje. Voor 10 dollar (7 Euro) had ik genoeg en redelijk gegeten; weliswaar een studentenmaal, maar je moet je toch een beetje aanpassen. Communicatieproblemen kunnen dan erg leuk zijn. Seoul blijk je in Z-Korea echt heel anders uit te spreken. Maar dat soort uitwisselingen maakt het hier juist zo afwisselend en interessant. Afgelopen woensdagavond tennisles gehad en dat nog wel bij de Davis Tennis Club !
Het beregeningsexperiment heeft wel een interessante dag opgeleverd, waarbij ik een kijkje achter de schermen kon nemen van een veeteeltbedrijf. Koeien staan vrijwel de hele dag op stal en poep en pies wordt via een goot afgevoerd naar een verzamelput. Het regenexperiment was bedoeld om de uitspoelende mest op te vangen in een goot die aan de zijkant van een afgeschermde plek was geplaatst. Op die plek werd gedurende een uur beregend; op deze manier werden op verschillende plekken met verschillende regenintensiteiten meststoffen uitgespoeld. Dat werd opgevangen en de analyses in de verzamelmonsters richten zich vooral op antibiotica zoals Monensis en zijn metabolieten. We waren met 5 personen die geulen mochten graven, monsters opvangen etc. Leuk werk, vooral bij 37 graden. Aan het eind van de dag had ik de pijp leeg maar was wel weer een ervaring rijker.
Het aantal koeien dat men hier heeft lijkt overigens aardig op Nederland: ca 1.8 miljoen melkkoeien en dat komt redelijk overeen met de ca 1.5 miljoen die er in NL zijn. Alleen lopen die in Californie op ruim 2.000 bedrijven rond en in NL op ca 20.000 bedrijven, de veedichtheid per bedrijf is hier dus 10 keer zo groot. En daarmee zijn de milieuproblemen hier ook gigantisch, ondanks het feit dat Californie ca 10 keer groter is dan NL. In meer dan 25% van de drinkwaterbronnen wordt de nitraatnorm van 10 mg/l N overschreden.
Ik heb tot nu toe verkennende berekeningen gedaan voor een veld waar men de uitspoeling van Cryptosporidium (een pathogeen die in restanten van mest voorkomt, mogelijk kan uitspoelen en waarnaar in de VS en UK veel onderzoek wordt gedaan) probeert te meten. Verdampingsberekeningen met Swap werden eerst wat ter discussie gesteld en daardoor heb ik vrij veel tijd ingestoken om eea uit te zoeken en mijn conclusie is dat wij het zo gek nog niet doen. Alleen weet men het niet; interceptie-verdamping wordt hier meestal niet apart meegenomen. Verder was ik was in een valkuil getrapt om een bijdrage te leveren aan regionale nutrientenmodellering, maar heb me toch bedacht. Probeer me nu te beperken tot water en ws uitpoeling van Crypto. Komende week hoop ik een goede dataset te krijgen om de waterstroming te toetsen.
Komende week ga ik ook naar een symposium in Sacramento: "Water Crisis and Uncertainty: Shaping Groundwater's Future", voor de liefhebbers zie: http://grac.org/am09.asp.